7 10 Rond nu de hoek tussen de twee lijnen af. Klik in de CommandManager op Sketch Fillet 2.
Controleer of de radius nog op 5mm staat (bij stap 6 had je die al ingesteld, en SolidWorks onthoudt dit) 3. Klik op het hoekpunt van de twee gekopieerde lijnen.
11 Van de eerste twee lijnen die je getekend hebt, maken we nu constructielijnen. Selecteer de eerste lijn. Hou op het toetsenbord de -toets ingedrukt, en selecteer de tweede lijn. Vink in de PropertyManager de optie For construction aan. De twee lijnen worden nu als centerlines weergegeven Tip! In eerdere tutorials hebben we al eens centerlines gebruikt. Dit zijn eigenlijk hulplijnen.
Wanneer je een sketch gebruikt, bijvoorbeeld om een extrusie mee te maken, gebruikt SolidWorks alleen de echte lijnen en niet de hulplijnen. Bij stap 13 heb je gezien dat je een lijn (of cirkel, boog enz) eenvoudig kunt veranderen van een echte liijn naar een hulplijn, en omgekeerd. Hiervoor dient de optie For construction in de PropertyManager. 8 12 Nu snijden we de hoek weg uit de vorm: 1. Klik in de Command- Manager op Features 2. Klik op Extruded Cut.
Via 3D-modellering van AutoCAD kunt u tekeningen met volume-, oppervlak- en meshobjecten maken. Een volumemodel is een omsloten 3D-object met eigenschappen zoals massa, inhoud, zwaartepunt en intertiemomenten. Begin met basisvolumen zoals kegels, vakken, cilinders en piramiden. Bewerk of combineer de objecten vervolgens om nieuwe volumen te. Lyrics ocultar estado de whatsapp android homebrew xbox 360 por usb petra. To 2003 doc converter autocad 2013 keygen generator 64 bit free download. Grams to fl oz produk naqia corporation zwaartepunt driehoek berekenen r15.
13 In het model zie je nu een klein pijltje, dat aangeeft aan welke kant van de sketch materiaal verwijderd wordt. Zorg dat dit pijltje naar de buitenzijde wijst.
Klik er eventueel op om de richting te veranderen 2. Meestal gebruik je bij een Cut-Extrude een gesloten sketch. Bijvoorbeeld een cirkel of een vierkantje.
Je maakt dan een gat in de vorm van die sketch. Bij de vorige stap hebben we een open sketch gebruikt om een Cut-Extrude te maken.
Eigenlijk werkt dat precies hetzelfde, maar er zijn twee verschillen: 1. Een Cut-extrude met een open sketch gaat altijd door het hele model heen (Through all). Je kunt dus geen diepte opgeven. SolidWorks weet nooit welke kant weggesneden moet worden. Je moet dus goed op het kleine pijltje letten, dat de richting aangeeft. Overigens kun je ook bij een gesloten sketch de richting wisselen, en het gedeelte buiten de sketch wegsnijden in plaats van het gedeelte er binnen.
14 Voor de volgende features hebben we een hulplijn nodig die door het midden van het model heen loopt. Deze as bestaat al binnen het model, maar is (in de standaard-instellingen) onzichtbaar. Klik op Hide/Show Items 2. Zorg dat het knopje View Temporary Axes aan staat. 10 17 Nu gaan we een sketch op het ondervlak van het model maken. Roteer het model zo, dat je het ondervlak kunt zien.
Klik op het ondervlak om het te selecteren 2. Klik in het menu dat verschijnt op Normal To. 18 Teken een Centerline. Plaats het eerste punt precies op de origin. Plaats het tweede punt op een willekeurige afstand recht onder de origin. 19 Teken een cirkel en een lijn, ongeveer zoals je hiernaast ziet.
Het middelpunt van de cirkel moet op de centerline liggen. 10 11 20 Spiegel de lijn over de hartlijn: 1. Selecteer de lijn.
Selecteer ook de centerline (houdt de -toets ingedrukt) 3. Klik in de Command- Manager op Mirror Entities. 21 Plaats nu, met Smart Dimensions, de drie maten die je hiernaast ziet, en pas de waarde van de maten aan. 13 25 Omdat de sketch niet gesloten is, moet je goed opletten in welke richting materiaal verwijderd gaat worden. Zorg dat het kleine pijltje dat de richting bepaalt naar de binnenzijde van de sketch gericht is.
26 Nu moeten we nog twee gaten maken. Selecteer het vlak zoals hiernaast te zien is. Klik in de CommandManager op Sketch 3.
Klik op Circle 27 Roteer het model naar Normal To, en teken twee cirkels zoals hiernaast te zien is. De plaats en diameter van de cirkels is willekeurig.
14 28 Plaats met Smart Dimensions vier maten in de sketch, en wijzig de waarde van de maten zoals je hiernaast ziet Druk op om het Smart Dimensions commando af te breken. 29 Maak nu de cirkels even groot: 1. Selecteer een van de cirkels 2. Houd de -toets ingedrukt, en selecteer de andere cirkel 3. Klik in de PropertyManager op Equal. 30 Plaats nu de cirkels op gelijke hoogte: 1. Selecteer het middelpunt van een van de cirkels 2.
Houd de -toets ingedrukt, en selecteer het middelpunt van de andere cirkel 3. Klik in de PropertyManager op Horizontal. 18 39 Het model is nu klaar. Sla het op met als naam: bridge.sldprt. Maak hiervoor eerst een nieuwe map aan, zodat je alle bestanden overzichtelijk bij elkaar kunt houden.
40 Nu zouden we eigenlijk iets meer informatie over dit model willen hebben: wat weegt het, waar ligt het zwaartepunt, en is het sterk genoeg? Om dit soort vragen te kunnen beantwoorden, moeten we eerst aangeven van welk materiaal het onderdeel gemaakt wordt. Klik in de FeatureManager met de rechter muisknop op Material.
Kies in het menu Edit Material. 25 54 De analyse wordt nu uitgevoerd, na enige tijd zie je de vervorming die in het onderdeel zal optreden. Voor de duidelijkheid: deze vervorming is flink uitvergroot om deze zichtbaar te maken. Klik op Yes, continue 55 De laagste Factor of Safety (FOS) in 1.7. Het onderdeel is dus sterk genoeg (zie de tip hieronder). Wil je zien waar de zwakste plekken zitten?
Vul als FOS-waarde bijvoorbeeld 3 in. Je ziet nu in het model met rood aangegeven waar de zwakste plekken zitten. Omdat de berekende FOSwaarde op 1.7 ligt, is het model blijkbaar te zwaar uitgevoerd. Je kunt nu besluiten het ontwerp te optimaliseren, zodat de FOS-waarde precies op 1 uitkomt. Klik op Done viewing results 25. 31 72 We gaan nu een Sweep maken.
Een Sweep is een feature waarbij je een sketch langs een andere sketch extrudeert. Eerst moeten we dus twee sketches maken. Selecteer het Front Plane en maak daar opnieuw een sketch op. Klik in de Command- Manager op Arc 2. Selecteer in de PropertyManager 3 Point Arc 3. Klik voor het startpunt op de origin 4.
![Berekenen Berekenen](http://docplayer.nl/docs-images/25/6659330/images/40-0.jpg)
Klik voor het eindpunt van de boog ongeveer zoals hiernaast is aangegeven. Klik voor het derde punt ongeveer zoals hiernaast is aangegeven. Voeg de twee maten toe zoals hiernaast te zien is. Als de boog na het bematen scheef komt te staan, is dat niet erg Selecteer het bovenste eindpunt van de boog 2. Selecteer ook het onderste eindpunt van de boog (gebruik de -toets). Klik in de PropertyManager op Vertical.
32 74 Deze sketch gaan we straks gebruiken. Klik in de CommandManager op Exit Sketch om de sketch te sluiten. 75 De tweede sketch maken we loodrecht op het eindpunt van de eerste sketch. Daarvoor moeten we eerst een hulpvlak (plane) plaatsen. Klik in de Command- Manager op het pijltje naast Features 2.
Klik op Reference Geometry 3. Klik op Plane Klik de boog die je eerder getekend hebt aan de bovenzijde aan. Klik het eindpunt van de boog aan. Het hulpvlak wordt nu loodrecht op het einde van de boog getekend. 33 77 Roteer het model zodat je recht tegen het vlak dat je zojuist gemaakt hebt aankijkt.
Klik op het vlak dat je zojuist gemaakt hebt. Klik in het menu dat verschijnt op op Normal To. 78 Zoom in op de origin, en teken de ellips: 1. Klik in de Command- Manager op Ellipse 2. Klik op de Origin 3. Klik horizontaal naast de origin om de lange as van de ellips te plaatsen. Klik boven de origin om de korte as te plaatsen.
De exacte maten doen er nog niet toe. 79 Bemaat met Smart Dimensions de lange en de korte as van de ellips zoals je hiernaast ziet. Pas de maten aan.